
Source: E-PRTR, DG Statistics
contains public sector information obtained under the Free Open Data License for Non-Commercial Re-use Flanders v. 1.0
Wanneer waterecosystemen met stikstof en fosfor verrijkt worden, ontstaat onnatuurlijk sterke plantgroei (en soms proliferatie van algen). Dit leidt tot een opeenstapeling van organische materie die de water- en biotopenkwaliteit kan degraderen. Dit fenomeen wordt ‘eutrofiëring’ genoemd.
De industrie van de chemie, kunststoffen en life sciences heeft zijn impact op waterecosystemen gereduceerd door zijn specifieke stikstof- en fosforlozingen met meer dan 75% te verminderen ten opzichte van 2001. De gerapporteerde waarden hebben betrekking op directe stikstof- en fosforlozingen in oppervlaktewater. Ondanks de stijging van de productieactiviteit in het afgelopen decennium lijken de stikstof- en fosforlozingen in absolute waarde zich te stabiliseren.
Eén van de belangrijkste bronnen van stikstofemissies in de industrie van chemie, kunststoffen en life sciences is de productie van stikstofhoudende organische of anorganische chemicaliën zoals meststoffen, aniline (voor de productie van polyurethaan) en caprolactam (voor de productie van nylon). Fosforlozingen vinden hun oorsprong vooral in de productie van anorganische chemicaliën zoals minerale meststoffen.
Source: E-PRTR, DG Statistics
contains public sector information obtained under the Free Open Data License for Non-Commercial Re-use Flanders v. 1.0